Het weerstandsvermogen bestaat volgens de regels uit de reservepositie, de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien en de stille reserves.
Het eigen vermogen in de vorm van reserves geeft het verschil aan tussen bezittingen minus schulden. De reserves geven weer welk deel van de totale bezittingen met eigen vermogen is gefinancierd. Een reserve betekent dus niet dat deze middelen op de bankrekening staan.
Investeringen worden gedeeltelijk met eigen vermogen en met vreemd vermogen gefinancierd. Over het deel dat met vreemd vermogen wordt gefinancierd moet rente worden betaald.

Eigen vermogen x € 1.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Algemene reserve | 31.942 | 29.568 | 29.225 | 28.095 | 27.792 | 27.624 | |
Reserve grondexploitatie | 1.588 | 4.036 | 4.850 | 9.345 | 9.643 | 9.916 | |
Bestemmingsreserves | 28.517 | 41.682 | 39.401 | 35.128 | 32.853 | 32.234 | |
Exploitatieresultaat | -1.062 | -1.503 | -4.469 | -4.839 | -5.599 | -5.406 | |
Totaal | 60.985 | 73.783 | 69.007 | 67.729 | 64.689 | 64.368 | |
Eind 2026 bedraagt het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen (de solvabiliteitsratio) 38%. Het grootste deel van ons vermogen is dus extern gefinancierd. Eind 2026 is er ruim € 68 miljoen aan reserves beschikbaar. Hiervan betreft circa € 39 miljoen bestemmingsreserves.
De afname van de bestemmingsreserves ten opzichte van de vorige begroting is met name veroorzaakt door de verwachte uitgaven voor de korte termijn maatregelen N65. De afname van de algemene reserve hangt samen met de negatieve exploitatiesaldi over 2024 en 2025. Dit heeft een negatief effect op de ontwikkeling van de solvabiliteitspositie.
Weerstandsvermogen
In het kader van het weerstandsvermogen vormt vooral de algemene reserve de buffer voor het opvangen van de (toekomstige) risico’s. De verwachte ontwikkeling van de algemene reserve ziet er als volgt uit:
Algemene reserve | x € 1.000 |
|---|---|
Saldo 31-12-2024 | 31.942 |
Bestemming jaarresultaat 2024 | -1.385 |
Mutaties 2025 | |
Bodemsanering Zuiderbos | -185 |
Frictiekosten Omgevingswet | -35 |
Kosten aankoop Theater De Speeldoos | -427 |
Tijdelijke huisvesting Dr. Landmanschool | -247 |
Reduceren schulden | -30 |
Onderzoek verbinding station-NMKV | -30 |
Compensatie energielasten | -53 |
Afscheid burgemeester | -30 |
Verkoop Molenheike | 71 |
Verkoop Olmenlaan | 327 |
Uitdiepen IJzeren Man | -350 |
Verwacht saldo eind 2025 | 29.568 |
Mutaties begroot na 2025 | |
Frictiekosten Omgevingswet | -35 |
Kunstwerk station-NMKV | -80 |
Reduceren schulden | -50 |
Inzet Algemene reserve begrotingstekort 2026-2027 | -1.500 |
Tijdelijke huisvesting Dr. Landmanschool | -115 |
Omgevingswet | -1.025 |
Bijdrage Pepereind 25 | 244 |
Bijdrage Noordelijke ontsluitingsroute | 600 |
Olmenlaan | 17 |
Verwachte saldi 2025-2028 | pm |
Nog besteedbaar | 27.624 |
Aan te houden buffer (bedragen x 1.000) | |
Buffer 20% uitkeringen gemeentefonds | 13.151 |
Totaal aan te houden buffer | 13.151 |
Vrije ruimte | 14.473 |
De algemene reserve en bestemmingsreserves zijn geen geld. Voor het betalen van investeringen of het doen van exploitatie uitgaven moet er geld op de bankrekening staan of worden geleend. Ook als deze uitgaven worden gedekt uit reserves. Aanwending van de reserves heeft dan ook negatieve gevolgen voor de rentelasten.
Wel is het mogelijk om investeringen ten laste van de reserves af te schrijven zodat de toekomstige exploitatie niet met afschrijvingslasten wordt belast. Ook (incidentele) exploitatielasten kunnen met een bijdrage uit de reserves worden gedekt waardoor ze per saldo niet ten laste van het jaarresultaat komen. De algemene reserve kan dus dienen om incidentele tegenvallers te dekken. In dit kader wordt een minimum niveau aangehouden voor de algemene reserve voor de dekking van onverwachte tegenvallers. Hoe hoog dit niveau moet zijn is onderdeel van bestuurlijke afweging.
We hanteren de Ratio-exploitatie voor deze afweging:
Bij de ratio exploitatie wordt de benodigde weerstandscapaciteit gerelateerd aan de (te) ontvangen uitkeringen uit het gemeentefonds.
De omvang van de exploitatie is mede bepalend voor de risico's die we lopen. Om dit in beeld te brengen hanteren we als norm voor de benodigde weerstandscapaciteit 20% van de te ontvangen uitkeringen uit het gemeentefonds.
Beschikbare weerstandsvermogen
Het beschikbare weerstandsvermogen bestaande uit het niet bestemde saldo van de algemene reserve is berekend op € 27,624 miljoen. (Dit is ± € 832 per inwoner).
Uitkomst risicoratio op basis van de exploitatie
In 2026 is een bedrag van € 65,7 miljoen aan uitkeringen uit het gemeentefonds begroot, 20% hiervan is € 13,15 miljoen.
De ratio exploitatie-omvang komt daarmee uit op 2,10 en wordt als ruim voldoende aangemerkt. Voor deze ratio willen we minimaal een voldoende scoren op basis van onderstaande tabel.
Ratio | Betekenis |
|---|---|
> 1,2 | ruim voldoende |
1 – 1,2 | voldoende |
< 1,0 | onvoldoende |
Normering van de ratio vormt een goed hulpmiddel om de inzet van de algemene middelen te begrenzen.
